De hondenbelasting. Al jaren een belangrijk onderwerp van discussie in de gemeenteraad van Groningen. Woensdagavond 7 juli tijdens het jaarlijkse Voorjaarsdebat schafte de raad de hondenbelasting af. Consequentie is wel: verhoging van de OZB, de onroerende zaakbelasting.
Veel politieke partijen in de gemeenteraad wilden al langer af van de hondenbelasting. Zij vinden deze belasting onrechtvaardig. Maar het leverde de gemeente wel geld op: ruim 1 miljoen euro per jaar. Dat ging naar de ‘algemene middelen’. Als je hem afschaft heb je een tekort van een miljoen. Dat moet je moet dus ergens anders vandaan halen.Na opnieuw een discussie in de raad, eind vorig jaar, heeft het college van B&W verschillende scenario’s uitgewerkt voor de toekomst van de hondenbelasting met de financiële consequenties. Die 3 scenario’s waren: handhaven zodat er niets verandert. Verminderen. Of helemaal afschaffen en de inkomsten van de gemeente op een andere manier te verhogen, bijvoorbeeld door de OZB te verhogen. Of door ergens de uitgaven te verminderen, dus bezuinigen.
SIGAAR
De raad koos voor volledig afschaffen en dat te bekostigen door verhoging van de onroerende zaakbelasting. Yaneth Menger, fractievoorzitter van 100% Groningen, de partij die zich sterk maakte voor afschaffing, dankte de coalitiepartijen, die er lang niet aan wilden, voor hun keuze. Alleen de PVV stemde tegen de motie die de SP samen met bijna alle raadsfracties had ingediend. “Een sigaar uit eigen doos”, aldus fractievoorzitter Ton van Kesteren. “De inwoners betalen dit gewoon zelf.”
Wethouder van Financiën Paul de Rook (D66), die aan het eind van de vergadering afscheid nam als wethouder, zei blij te zijn dat de raad gezamenlijk is opgetrokken om de stap naar afschaffing van de hondenbelasting te zetten. “De lasten stijgen wel iets, maar het is een deugdelijke dekking.”