Op een gegeven moment woonde er geen enkele oorspronkelijke Beijumer meer in de wijk Beijum. Iedereen was ‘import’. Op dit moment woont er weer welgeteld één oorspronkelijke Beijumer in de wijk (omdat het een prettige wijk is om je kinderen te laten opgroeien).

Beijum is al vroeg een plek waar mensen van buiten komen

Jonker Frederik Coenders kwam in 1662 terug uit Frankrijk en kocht de Borg in Beijum, waar hij samen met zijn vrouw ging wonen. Dat was de in Brussel geboren Spaanse gravin Maria Jeanne Françoise Cabero d’Espinoza, die hij in Frankrijk had ontmoet.

Arbeiders van steenfabriek Eureka (1954)

Overdaips

Aan het begin van de 20ste eeuw kwamen er ‘gastarbeiders’, mannen uit het Westerkwartier die werkten bij steenfabriek Eureka aan het Boterdiep, waar nu gemaal Stad & Lande zit. Zij spraken dialect, meer Fries dan Gronings. ‘Overdaips’, want het waren vreemdelingen van ‘over het Reitdiep’. Ze overnachtten ook bij de steenfabriek en gingen in het weekend weer terug naar het Westerkwartier.
Een groot deel van de eerste bewoners van de nieuwe wijk Beijum kwam uit de noordelijke wijken van de stad Groningen, maar ook uit andere delen van Nederland, zoals de Randstad. Later stond Beijum bekend om zijn vele inwoners uit het buitenland met een andere culturele achtergrond.

Geef een reactie